Oplossen in beweging
Lieve mensen,
Ik schijf ‘mensen’ en wil nog liever ‘wezens’ zeggen.
Het taalonderzoek brengt me in deze laatste tijd vooral bij de ‘inheemse’ talen die onze voorouders spraken: de proto-talen die werden gesproken vóór de agrarische revolutie, toen we nog op een heel natuurlijke, spontane manier leefden, als natuur zelf. Toen ik historische en evolutionaire taalkunde studeerde, vond ik het altijd heel spannend om de afkomst van woorden te ontdekken, en de verwantschap van verschillende moderne woorden (in verschillende talen).
Mensen komt van *men- wat ‘denken, bewustzijn’ betekent. Denk aan woorden zoals mentaal, mening, memory.
Wezens komt van *bhu- wat ‘zijn, groeien’ betekent. De verwantschap is hier misschien wat minder transparant maar de klank bh is vaak geëvolueerd naar w (je spreek het ook uit op min of meer dezelfde plaats in je mond). Denk aan wezen, geweest, (ik) ben, being.
In een andere vertakking heeft het woord *bhu- zich ontwikkeld tot boom (Oudengels beam). Een boom werd dus oorspronkelijk ervaren als zijn, groeien, wezen, zoals wij ook wezen zijn.
Het taalonderzoek brengt oude woorden, die nog net niet helemaal in onbruik zijn geraakt, naar boven. Waren is er ook zo een die heel bruikbaar is voor onze taalmodus, zoals in ‘iets waart rond in de ruimte.’ (verwant met varen, oorspronkelijk ‘bewegen’).
Hieronder vind je uitnodigingen om zelf verder te experimenteren.
Om meer voeling te krijgen met de nieuwe taalmodus:
Wanneer je iets doet, observeer welke beweging er is, welke relaties aangegaan worden, welke directe ervaring er is. Het is misschien het makkelijkst om dit te doen wanneer je gaat wandelen, maar ook als je huishouden doet, je dagelijkse werk, je in slaap valt, wakker wordt, je tanden poetst, doucht. Op elk moment van de dag kan je observeren welke beweging er is, welke relatie, welke ervaring. Wanneer je innerlijk (of schriftelijk) beschrijft wat er gebeurt, probeer je steeds te beginnen met een werkwoord.
Stromen van water over wezen (ik), glijden van voeten in schoenen, omhullen van lichaam met laken… Uiteraard kan je dit zoveel doen als je eraan denkt. We kunnen ons van veel meer woorden bedienen dan onze paleolithische voorouders, en kunnen onze observaties dus ook heel poëtisch laten worden.
Onderzoek om in jezelf rond te laten waren:
Wie of wat zou je zijn zonder je naam? Ik ga je niet vragen om je naam te laten vallen maar het is wel goed om te onderzoeken hoe begrenzend onze naam is. Voor veel mensen is hun naam wie ze zijn. Als we willen ervaren hoe we deel zijn van een geheel - beweging in beweging - dienen we ons te realiseren dat we in de eerste plaats naamloos wezen zijn. Dus als je opgaat in beweging, zoals in de oefening hierboven, vergeet dan ook je naam. Als je een woord voor jezelf wil gebruiken, kun je er een kiezen die grenzeloze beweging beschrijft: leven, wezen, zijn, vrijheid, liefde, bewegen… dat ben je al, daar kun je niet onvrij mee identificeren.
Tijdens onze volgende online meeting op 7 mei gaan we een stapje verder in ons onderzoek. Je kan je hier inschrijven.(in het Nederlands)
Nog een iets: we zijn vrij! Er zijn geen vaste regels waar we ons moeten aan houden als we experimenteren met de nieuwe taalmodus, alleen suggesties om te onderzoeken. We mogen gewoon spelen!
Lieven is levend, leven is lievend,
Z